Nieuw zijn ze niet, de gemengde hagen. Tot voor de schaalvergroting in de landbouw werden heel wat akkerranden aangeplant met een gemengd struweel. Helaas zijn deze ondertussen zeer zeldzaam geworden. Heb je een grotere, landschappelijke tuin of een weide dan zijn gemengde hagen de perfecte bijenvriendelijke erfafscheiding. Indien de soorten goed gekozen worden kunnen zowel u als de bijen genieten van een jaar lang bloem. Met toevoeging van meidoorn, hondsroos of sleedoorn maakt u de haag ondoordringbaar. Houdt er wel rekening mee dat deze hagen een ruimte van minstens 5 meter breed nodig hebben om uit te kunnen groeien tot een echte bloesemhaag. Een niet onbelangrijk voordeel van een wildere bloesemhaag is dat je die slechts om de vijf jaar (stevig, maar gefaseerd) moet snoeien. Niet alleen bijen zullen u dankbaar zijn maar ook andere insecten, vogels en kleine zoogdieren.
Alle vernoemde soorten zijn inheems en zowel aantrekkelijk voor honingbijen, solitaire bijen als hommels. Een correct samengestelde haag bestaat nooit uit al deze soorten tegelijk maar eerder uit een selectie van soorten die in hetzelfde biotoop kunnen groeien. Uitheemse soorten kunnen het assortiment en de bloeitijd aanzienlijk verrijken, vooral uitheemse wilgen bieden veel mogelijkheden. Kies voor soorten die geen ziektes als bacterievuur kunnen overdragen. Bij meidoorn komen bijvoorbeeld Crataegus succulenta ‘Jubilé’ of Crataegus phaenopyrum in aanmerking.
Aanplanten in driehoeksverband is de eenvoudigste methode. De planten vormen ten opzichte van elkaar een gelijkzijdige driehoek. De plantafstand is afhankelijk van de plantgrootte maar meestal wordt 1 meter als maximum beschouwd. Per situatie dient bekeken te worden welke voorbereidende grondwerken er eventueel nodig zijn. Een landschapshaag wordt al snel 5 meter al is 7 meter realistischer. De lengte is onbeperkt.
De eerste 5 jaar kan de ruimte tussen de planten gemaaid worden, al is dit niet strikt noodzakelijk. Als de planten voldoende groot werden aangeplant hebben ze al enkele jaren voorsprong opgebouwd en is de kans op overgroeien gering. Van zodra de haag een min of min dicht stadium bereikt heeft volstaat het om enkel de vegetatie op te volgen en waar nodig in te grijpen. Bijvoorbeeld door het gefaseerd afzetten van bepaalde soorten.
Download hier de pdf versie.