Hommels zijn bijen die in een volk leven net als honingbijen. Het zijn sociale bijen die hun nest niet graven maar die reeds bestaande holten recupereren en inrichten.
Als voor deze dieren nesthulp wordt gemaakt, dan bestaat die uit een kamertje in de vorm van bijvoorbeeld een holle kubus met ribben van 15 tot 20 cm met een inloopgat. Maar omdat hommels in de inloop hun uitwerpselen laten vallen, moet de toegang uit een aanloop bestaan, zoals een gangetje of een voorkamertje. Verder dient de woonkamer voorzien te zijn van isolatiemateriaal, dun stro en poetskatoen (geen watten). De geur van muizen er in brengen door er wat muizenuitwerpselen in te strooien wil wel eens helpen. Je kunt ook een jaar wachten totdat er eerst muizen hebben gewoond in de hommelkast. In een ideale situatie wordt ongeveer 30% van de uitgezette nestkasten bevolkt. De boomhommel nestelt uitsluitend in nestkasten die een oud vogelnest bevatten. Die soort is dus daarmee goed te helpen. Er zijn wel een aantal spelregels waaraan u moet voldoen:
Voor een natuurlijke nestplaats moeten hommels een plek zoeken die droog is en waar isolatiemateriaal aanwezig is. In de praktijk is dat vrijwel altijd een verlaten muizennest, een oud vogelnest (in een nestkast) of een droge plek onder een grote graspol. Tegenwoordig nestelen enkele hommelsoorten ook in het isolatiemateriaal van spouwmuren. Wanneer je een hommelnest in de tuin hebt is het belangrijk het gras niet te maaien zodat het als een cluster kan omvallen in de winter. Beperk verstoring van het grondoppervlak.