informatie en inspiratie. Terug

Hoe verzamelen bijen voedsel?

geschreven door olivier

Bloemplanten produceren gewoonlijk stuifmeel en nectar en die twee grondstoffen vormen het voedsel van alle bijen. Voor beide van deze voedingstoffen hebben bijen een aangepast lichaamsdeel om ze te verzamelen. Stuifmeel wordt meestal via een beharing of een vergelijkbare structuur verzameld. Nectar wordt via de tong verzameld.

Stuifmeel

Het is voor bijen belangrijk dat stuifmeel aan hun lichaam blijft vastzitten. Daarom zijn de meeste soorten die stuifmeel verzamelen voorzien van een groot aantal haren die gekruld, gevorkt of afgeplat zijn. De haren zijn positief geladen waardoor stuifmeel makkelijk blijft kleven. Door een bloem te bezoeken raakt een bij de helmhokken van de meeldraden aan en blijven de stuifmeelkorrels tussen de haren hangen. Dit passieve verzamelen van stuifmeel treedt meestal op bij bloembezoek omwille van de nectar, zoals dat bij honingbijen vaak plaatsvindt. Er vindt ook bloembezoek plaats waarbij het stuifmeel actief verzameld wordt; de bij heeft dan een bepaald gedrag waardoor stuifmeelkorrels uit de helmhokken loskomen.

Bijen hebben zich erop toegelegd om stuifmeel als belangrijkste voedselbron voor hun broed aan te wenden. Daardoor is het voor de bijen zeer belangrijk om op een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk stuifmeel naar het nest te kunnen brengen met zo weinig mogelijk energieverbruik. Dit is in de evolutie een zeer belangrijke selectiedruk geweest en heeft er voor gezorgd dat er nu een aantal bijen voorkomen met verschillende methoden om pollen te verzamelen en te transporteren.

Kropverzamelaars

De meest primitieve vorm om stuifmeel te verzamelen is die waarbij het stuifmeel met nectar wordt ingeslikt en in de maag naar het nest wordt gebracht. Hierbij kan de nectar, die voor de eigen energie van de bij zorgt, niet gescheiden worden van de pollen die dienen als voedsel voor de larven. Door de kleine maaginhoud is het ook niet mogelijk om veel stuifmeel per keer te transporteren. Deze transportmanier is het minst voordelig en tijdens de evolutie zijn bijensoorten ontstaan met speciale beharing: buikverzamelaars en beenverzamelaars. Maskerbijen  en ertsbijen zijn bijvoorbeeld kropverzamelaars.

Buikverzamelaars

Tot deze groep behoren de Bladsnijderbijen. Zij hebben op de onderkant van het achterlijf lange haren waartussen heel wat stuifmeel kan verzameld worden. We spreken van een buikschuier. In het nest wordt het stuifmeel met de achterpoten losgekamd en opgestapeld. Zo zijn o.a. bladsnijdersbijen, metselbijen en behangersbijen buikverzamelaars.

Beenverzamelaars

Veel bijenfamilies hebben aangepaste beharing op de achterste poten om stuifmeel te transporteren. De Pluimvoetbij Dasypoda plumipes is daardoor goed te herkennen aan de zeer sterk behaarde achterpoten.

Korfverzamelaars

De grootste specialisatie komt voor bij de honingbij en de hommels. Zij verzamelen het stuifmeel dat vermengd wordt met nectar in speciale pollenkorfjes op de achterpoten. Sommige hommelsoorten kunnen hiermee tot 60 mg pollen transporteren. Dit is ongeveer de helft van hun lichaamsgewicht.

Wijze van verzamelen Aandeel Soorten
Beenverzamelaars 53% Honingbijen, hommels, zijde- en zandbijen
Buikverzamelaars 16% Muur-, metsel en bladsnijderbijen
Kropverzamelaars 7% Maskerbijen, hout- en ertsbij
Geen verzamelaars 24% Koekoeksbijen

Sommige soorten zoals koekoeksbijen hoeven zelf geen stuifmeel te verzamelen want ze hoeven zelf geen broed te verzorgen.

Nectar

Volwassen bijen hebben vooral suikers nodig als brandstof om in beweging te kunnen blijven. Zowel vrouwtjes- als mannetjesbijen drinken daarom nectar. Ze zijn meestal niet zo kieskeurig in de bloemen die ze hiervoor bezoeken. Hoewel veel bijen voor het stuifmeel dat ze verzamelen in meer of mindere mate gespecialiseerd zijn, zijn ze dit wat nectar betreft niet. Een knautiabij, die alleen op beemdkroon stuifmeel verzamelt, kan dus voor ‘nectarbezoek’ best op een distel neerstrijken. Toch zijn er in het nectarbezoek aan bloemen wel bepaalde voorkeuren te zien. Deze hebben veel te maken met de lengte van de tong, waarmee de bijen het nectar uit de bloem zuigen. De tonglengte van bijen verschilt per soort. Akker- en tuinhommels hebben bijvoorbeeld een veel langere tong dan aardhommels. Hierdoor is een akkerhommel in staat om de nectar op te zuigen uit bloemen met een lange nectarbuis, zoals klavers, maar een aardhommel niet. Kleine bijtjes zie je vooral op bloemen waar de nectar niet te diep zit weggeborgen, zoals schermbloemen en composieten

Bronnen:
Facebooktwitterredditpinterestlinkedintumblrmail
april 5th, 2015