Om de ongeveer 380 soorten bijen te onderscheiden is jarenlange ervaring nodig. Deze praktijk geschied dan ook vaak door slechts enkele specialisten die gebruik maken van een viertal karakteristieke lichaamsdelen om de verschillende soorten te onderscheiden.
Bij de bepaling van het geslacht waartoe en bij behoort is het aantal cubitaalcellen (ook wel submarginale cellen genoemd) van groot belang. Dat aantal kan één, twee of drie bedragen. De adering van de rest van de voorvleugel en de vorm van de randcel zijn eveneens bepalend.
De meest primitieve vorm om stuifmeel te verzamelen is die waarbij het stuifmeel met nectar wordt ingeslikt en in de maag naar het nest wordt gebracht. Hierbij kan de nectar, die voor de eigen energie van de bij zorgt, niet gescheiden worden van de pollen die dienen als voedsel voor de larven. Door de kleine maaginhoud is het ook niet mogelijk om veel stuifmeel per keer te transporteren. Deze transportmanier is het minst voordelig en tijdens de evolutie zijn bijensoorten ontstaan met speciale beharing: buikverzamelaars en beenverzamelaars.
Tot deze groep behoren de Bladsnijderbijen. Zij hebben op de onderkant van het achterlijf lange haren waartussen heel wat stuifmeel kan verzameld worden. We spreken van een buikschuier. In het nest wordt het stuifmeel met de achterpoten losgekamd en opgestapeld.
Veel bijenfamilies hebben aangepaste beharing op de achterste poten om stuifmeel te transporteren. De Pluimvoetbij Dasypoda plumipes is daardoor goed te herkennen aan de zeer sterk behaarde achterpoten.
De grootste specialisatie komt voor bij de honingbij en de hommels. Zij verzamelen het stuifmeel dat vermengd wordt met nectar in speciale pollenkorfjes op de achterpoten. Sommige hommelsoorten kunnen hiermee tot 60 mg pollen transporteren. Dit is ongeveer de helft van hun lichaamsgewicht.
De beharing, kleur, stippen op het lichaam, de lengte van de antennes en het lichaam zijn vaak een eerste hulpmiddel om tot een determinatie te komen. Bij veel soorten is dit vaak echter onvoldoende.
Daarnaast zijn er verschillen tussen de mannelijke en vrouwelijke bijen. De mannetjes verzamelen geen stuifmeel en missen dan ook het bijhorende lichaamsdeel. Een angel hebben ze ook niet en de antennes en hun achterlijf tellen een segment meer.